Japan moet ruimtevaartambities opnieuw vormgeven

Thomas Bleeker, NOST Tokyo

Origineel gepubliceerd op de site van Agentschap NL.

Samenvatting

 Japan staat aan de vooravond van nieuwe ruimtevaartbeslissingen. Er zijn vele mogelijkheden, de kennis en ervaring zijn er en er is zelfs geld beschikbaar, maar het land moet wel besluiten welke kant het op wil. Actief blijven binnen het ISS of zelf nieuwe wegen inslaan? De Japanse ruimtevaartactiviteiten concentreerden zich tot nu toe voornamelijk op R&D-gerelateerde projecten. Met de komst van het nieuwe Basic Plan voor Space Policy richt Japan zich echter meer op praktische toepassingen. Daarnaast blijft Japan een voorname deelnemer in het International Space Station (ISS), het samenwerkingsverband van de Verenigde Staten, Rusland, het Europese ESA, Japan en Canada. De Amerikaanse space shuttles gaan het eind van het jaar met pensioen en de nieuwe Japanse raket H2-B zou dan een prominentere rol kunnen gaan spelen om de contacten met het ISS te onderhouden. Door enige aanpassingen zou de HII-B zelfs  ruimtevaarders mee kunnen nemen. De Japanse ruimtevaartpolitiek moet dan sterker inzetten op internationale samenwerking binnen het ISS. Dit nu is de onzekere factor; het lijkt erop dat de investeringen in andere, kleinere projecten veel meer resultaten voor de samenleving opleveren en dat is precies iets wat de nieuwe nationale ruimtevaartnota van 2009 ambieert.

Sinds 2009 heeft Japan een nieuwe wet: het Basic Plan for Space Policy. Doel ervan is om de ‘ruimte’ beter te gebruiken voor praktische doeleinden op aarde. Deze wet breekt met het R&D-gedreven Japanse beleid omdat is gebleken dat de resultaten hiervan tegenvallen. Het nieuwe Basic Plan wil dat er meer en sneller successen worden geboekt. Praktische toepassingen met behulp van ruimtevaart zijn nodig om de kwaliteit van leven te verhogen en met Japanse hulp een betere bijdrage te leveren aan de internationale gemeenschap, in het bijzonder aan de landen in Oost-Azië. Te denken valt aan hulp bij mondiale milieuvraagstukken. Satellieten kunnen bijvoorbeeld worden ingezet bij CO2 monitoring, bij promotie van natuurbehoud zoals het vroegtijdig signaleren van bosbranden in de tropen, bij de zoektocht naar natuurlijke hulpbronnen of hulp bij rampenbestrijding. Bovendien zou de Japanse ruimtevaartindustrie meer  aansluiting moeten zoeken bij de buitenlandse markten.

ISS-bijeenkomst in Tokio
In maart van dit jaar zijn de betrokken landen van het ISS in Tokio bijeen geweest om de voortgang en toekomst te bespreken. Ze kwamen tot de conclusies dat het ISS zo goed als af is na vele jaren bouwen en ontwikkelen, Dat biedt juist nu ongekende mogelijkheden om hoogstaand (ruimte)onderzoek te doen. Tot 2015 is de betrokkenheid van de deelnemers verzekerd, maar daarna wordt het onduidelijker. Onlangs heeft de VS zijn betrokkenheid verlengd tot 2020, andere landen zijn  nog niet zo ver.

Grootse plannen
Met een vlekkeloze lancering van de HII-B raket in september 2009 heeft Japan wederom bewezen te participeren in de voorhoede van de ruimtevaarttechnologie. Nieuwe en gedurfde plannen zijn er genoeg. Zo willen sommigen het maanonderzoek met robots intensiveren en later zelfs bemande vluchten naar de maan organiseren, ook om nieuwe delfstoffen te ontginnen. Ruimterobots kunnen ruimteafval gaan verzamelen en de Venus Climate Orbiter moet het klimaat op Venus gaan bestuderen. Het Space Solar Power Program wil met enorme zonnepanelen in de ruimte energie naar de aarde zenden.

De ontwerper en producent van de HII-raketten Mitsubishi Heavy Industries (MHI) lobbyt om vooral door te gaan met grootse projecten en een prominentere rol te spelen in de ISS. De raket is nu zo ontworpen dat deze terugvalt op aarde en in de dampkring verdampt Met enige aanpassingen kunnen er ook astronauten mee die vervolgens in een speciale capsule weer veilig op aarde kunnen terugvallen. Tegelijkertijd kunnen de robotarmen in de ruimte afval verzamelen. De Amerikaanse space shuttles gaan aan het eind van dit jaar met pensioen en het ISS is op zoek naar nieuwe en betrouwbare carriers zodat, het ruimtestation niet alleen van de Russische Soyuz raketten afhankelijk is. MHI wil hier op inspringen.

Wat doet Japan?
Het Basic Plan for Space Policy is een legaat van de vorige regering van de conservatieve LDP. Deze partij wilde graag meedoen met de Amerikaanse maanactiviteiten, maar deze zijn nu juist stopgezet om geld vrij te maken om de betrokkenheid bij het ISS met vijf jaar te kunnen verlengen. Zou Japan het geld en de ambitie hebben om vol door te gaan?

Een panel van Japanse experts op ruimtevaartgebeid heeft de zaak op scherp gezet door te stellen dat Japan moet overwegen om helemaal uit het ISS te stappen. Zo’n twintig procent van het totale Japanse ruimtevaartbudget  wordt nu besteed aan de ISS. Het panel stelt echter dat naast spectaculaire beelden en lachende astronauten de meerwaarde voor de samenleving beperkt is. Zo had men gehoopt dat KIBO, de Japanse onderzoeksmodule van ISS, meer maatschappelijk nut zou leveren inclusief nieuwe toepassingen. Zodoende stelt de denktank voor om te overwegen dat Japan zich terugtrekt uit ISS en het geld op een andere manier investeert om de samenleving beter te laten profiteren van de forse ruimtevaartinvesteringen. De tijd van ambitieuze prestigeprojecten is voorbij, zeggen deze critici, het gaat er nu om dat de bevolking meer terugkrijgt. Japan heeft nu een aantal betaalbare, maar zeer effectieve satellieten in de baan om de aarde gebracht die internationaal in hoog aanzien staan. Ook staat een aantal kleinere satellieten op stapel . Zo werkt de Japanse ruimteonderzoeksorganisatie ISAS samen met de Nederlandse partner SRON samen in het Japanse X-Ray space telescope ASTRO-H project. Ook heeft Japan een grote rol gespeeld bij het klimaatonderzoek van de IISP.

Sommige spelers pleiten voor meer van dit soort projecten. Conservatieve stemmen pleiten juist voor een versteviging van de Japanse betrokkenheid in ISS, ook uit het oogpunt van nationale veiligheid. Noord-Koreaanse activiteiten moeten immers gevolgd kunnen worden door spionagesatellieten. China en India hebben extra input voor de discussie geleverd door te stellen dat zij graag actief meedoen in het ISS, iets dat de conservatieve stemmen nog luider maakt. De nieuwe Japanse regering onder Hatoyama die juist op alle fronten wil bezuinigen, moet snel met een nieuwe visie komen.

Bronnen
- Japan Basic Plan for Space Policy (2009)
– Japan Aerospace Exploration Agency (JAXA)
– National Institute of Science and Technology Policy (Nistep), Science and Technology Trends, April 2010

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInShare on Google+Email this to someonePrint this pagePin on Pinterest
This entry was posted in Energy, Innovation in general. Bookmark the permalink.