Rob Stroeks, NOST Tokyo
Origineel gepubliceerd op de site van Agentschap NL.
Op 5 juli heeft de Fukushima Nuclear Accident Independent Investigation Commission (NAIIC), een onafhankelijke parlementaire onderzoekscommissie, zijn bevindingen gerapporteerd na zes maanden onderzoek over de oorzaken, schade en response in verband met de kernramp in Fukushima. De conclusies van de commissie sloegen in als een bom: het menselijk falen heeft een belangrijkere rol gespeeld bij de kernramp dan het natuurgeweld.
Minstens zo interessant als de conclusies is het bestaan van de commissie zelf, de eerste in zijn soort in Japan. Het zou het begin kunnen inluiden zijn van een nieuwe manier van besluitvorming waarbij onafhankelijke commissies een rol spelen bij nationaal belangrijke thema’s zoals veiligheid, energie en wederopbouw.
Conclusie van de commissie
De commissie daagt iedereen uit die zich verschuilt achter de “veilige” uitleg dat de aardbeving en tsunami alle verwachtingen hadden overtroffen, en dat we dit moeilijk hadden kunnen voorkomen. De ramp was volgens de commissie niet zozeer een gevolg van de natuurramp, de aardbeving en de tsunami, maar vooral ook van menselijk falen, en wel op twee niveaus.
Ten eerste hebben de belanghebbenden uit politiek, beleid en industrie, de zogenoemde seikansan (sei=politiek, kan=beleid, kan=industrie) gefaald om over de jaren heen de veiligheid voldoende op peil te houden. NAIIC Voorzitter Kiyoshi Kurokawa lichtte dit op de Japanse televisie toe: ‘Al sinds de oliecrises van de jaren zeventig richt Japan zich op kernenergie, waarvoor de centrales in het begin vooral uit Amerika kwamen. In de decennia erna zijn legio voorbeelden van rampen geweest waaruit Japan lessen had kunnen, of beter gezegd, had moeten trekken. Ik denk dan eerst aan de ongelukken met kernreactor in Three Mile Island, maar ook aan ongelukken met de spaceshuttles en uiteraard 9/11.’
Ten tweede hebben mensen gefaald direct na het optreden van de ramp op 11 maart vorig jaar. Er werd te veel gehandeld vanuit het eigen belang en daarmee kwam de landelijke veiligheid in gevaar. Men wachtte te lang met beslissingen. Uit de vele gesprekken blijven er ook vragen over de manier van communicatie. Een in het oog springend voorbeeld hiervan gaat over het tijdstip waarop generatoren buiten werking raakten. In de nadagen van de ramp was de uitleg dat deze buiten werking raakten door de tsunami, maar uit de precies bijgehouden logboeken blijkt dat er op het tijdstip van uitvallen nog geen tsunami had kunnen zijn. Ook na gesprekken die de commissie had met betrokkenen, blijven er vragen over en de commissie adviseert om dit verder uit te zoeken.
Leidt de commissie tot nieuwe besluitvorming?
De impact van de commissie is niet beperkt tot zijn conclusies. Minstens zo interessant is het bestaan van de speciale commissie zelf. Het was voor het eerst in de Japanse constitutionele geschiedenis dat het Japanse parlement mandaat heeft gegeven aan een onafhankelijke commissie voor een onderzoek van dit formaat. De commissie sprak uitgebreid met personen van alle betrokken organisaties, en formuleerde haar conclusies zelfstandig. Het uiteindelijke rapport kwam dan ook als een verrassing voor velen op allerlei niveaus. In een eerste reactie zeiden bijvoorbeeld minister van economische zaken Edano en woordvoerders van Tepco, dat het rapport kritische conclusies trekt, maar dat ze eerst de achtergronden van deze conclusies in het rapport willen bestuderen.
De commissie zou wel eens het begin kunnen betekenen van een nieuwe manier van besluitvorming: ook op andere gebieden, zoals nationale veiligheid en wederopbouw, is er groeiende behoefte aan nieuwe manieren van samenwerking en communicatie tussen verschillende actoren. Onafhankelijke commissies zoals de NAIIC lijken daarbij een rol te kunnen gaan spelen, tenminste als er iets met de conclusies wordt gedaan.