Geen bezuinigingen op wetenschap en techniek

Rob Stroeks, NOST Tokyo

Origineel gepubliceerd op de site van Agentschap NL.

Samenvatting

 

“Techniek en wetenschap zijn zo belangrijk, daar wil ik niet op bezuinigen”. Premier Naoto Kan heeft zijn minister van financiën eind december opdracht gegeven de budgetten voor wetenschap en techniek (W&T) voor 2011 gelijk te houden. In totaal krijgen de betrokken ministeries in het fiscale jaar 2011 ongeveer elf miljard euro ter beschikking. De verdeling van dat bedrag wordt wel anders. Het meest in het oog springend is dat fundamenteel onderzoek bijna een derde meer budget krijgt dan in 2010, de grootste toename ooit. Daarnaast gaat er meer geld naar jonge onderzoekers, green en life innovation en een aantal grote projecten voor ruimtevaart en de exploratie van zeldzame aarden.

 

Eind december publiceerde het Japanse ministerie van financiën een document met de belangrijkste punten van het W&T budget voor het komende fiscale jaar 2011, dat in Japan van april tot en met maart loopt. De verwachtingen waren dat de overheid het budget net als in 2010 verder omlaag zou bijstellen, maar op het laatste moment heeft de premier toch anders beslist. Hij pikt de draad van voor 2010 weer op om het budget te verhogen. De afgelopen twintig jaar is het Japanse W&T budget bijna ieder jaar verhoogd en daarmee ongeveer verdrievoudigd. Hieronder een overzicht van de belangrijkste veranderingen voor 2011.

 

W&T budgetten
In Japan is het W&T budget verdeeld over meerdere betrokken ministeries. Daarvan krijgt het ministerie van onderwijs (MEXT) altijd het leeuwendeel, meestal rond tweederde van het totaal. Het totale budget van 1.335 miljard yen, iets meer dan elf miljard euro, is nagenoeg gelijk gebleven. De grootste toename is voor het ministerie van onderwijs met vier procent meer budget, de grootste daler is het ministerie van economie dat zeventien procent moet inleveren.

 

  • Parlement: 1,1 miljard yen (9 miljoen euro), 0,1% van totaal, 0,9% minder dan 2010
  • CAO (Cabinet Office): 18,5 miljard yen (160 miljoen euro), 1,2% van totaal, 11% minder dan 2010
  • MIC (Algemene zaken): 43,5 miljard yen (380 miljoen euro), 3,2% van totaal, 0,9% minder dan 2010
  • MOF (Financiën): 1,1 miljard yen (9 miljoen euro), 0,1% van totaal, 4,1% minder dan 2010
  • MEXT (Onderwijs): 857,2 miljard yen (8 miljard euro), 66,9% van totaal, 4,2% meer dan 2010
  • MHLW (Gezondheid): 112,5 miljard yen (1 miljard euro), 8,2% van totaal, 3,1% minder dan 2010
  • MAFF (Landbouw): 114,1 miljard yen (1 miljard euro), 8,1% van totaal, 5,1% minder dan 2010
  • METI (Economie): 131,1 miljard yen (1,1 miljard euro), 8,2% van totaal, 17,1% minder dan 2010
  • MLIT (Transport): 30 miljard yen (260 miljoen euro), 2,1% van totaal, 6,6% minder dan 2010
  • MOE (Milieu): 24,2 miljard yen (200 miljoen euro), 2% van totaal, 9,2% meer dan 2010

 

Moeilijke tijden voor hervormingsprogramma’s van universiteiten
De overheid heeft de afgelopen jaren speciale budgetten aan de Japanse universiteiten gegeven om de concurrentiepositie en hun internationale karakter te verhogen. In 2011 komen er twee nieuwe programma’s bij, het PhD Leading Progam en het World Linkage Program. Het eerste programma gaat met een budget van 35 miljoen euro excellente promovendi ondersteunen om ze niet alleen te laten concentreren op hun onderzoek maar ook internationaal op de kaart te zetten. Het tweede programma heeft een budget van twintig miljoen euro en is opgezet om de relaties met universiteiten in de VS en Azië (met name China en Zuid Korea) aan te halen.


De bestaande University Reform programma’s  gaan echter moeilijke tijden tegemoet. Tijdens de overheids screenings, waarin programmaleiders aan de overheid moeten uitleggen wat de concrete resultaten van hun actitiveiten zijn, kwamen vier bekende projecten onder vuur te liggen. Het Global COE programma moet efficienter en levert dertig van de 230 miljoen euro jaarbudget in. Het University Education Improvement Program wordt gehalveerd en levert 40 miljoen euro in. Het Regional Education Program, dat kennisleiders voor speciale regio’s moet opleiden, levert ook de helft in en houdt 18 miljoen euro over. Het Internationalize University Network programma, waaronder het bekende Global 30 Program valt dat dertig universiteiten internationaal bekendheid moet geven, levert twintig procent in. Global 30 wordt tijdelijk stopgezet en moet in een nieuwe efficiente vorm verder, de universiteiten moeten beter met elkaar communiceren en consortia aangaan met bedrijven, en ervoor zorgen dat de resultaten van het programma beter verdeeld worden over de deelnemers.

 

Fundamenteel onderzoek stijgt met een derde
De opmerking van premier Kan dat hij niet wil bezuinigen op W&T had met name betrekking op het budget voor fundamenteel onderzoek. Het ministerie van onderwijs MEXT heeft hiervoor in 2011 zesentwintig miljard yen ter beschikking, iets meer dan twee miljard euro. Dat is meer dan vijfhonderd miljoen euro of 31% extra, de grootste toename ooit. Er zijn wel een aantal voorwaarden verbonden aan het budget. Zo moet MEXT het geld beter laten aansluiten bij de behoeften van individuele onderzoekers, met name jonge onderzoekers en onderzoek dat erg vooruitstrevend en gedurfd is (high risk research). Agentschap JST van MEXT krijgt hiertoe een nieuw fonds dat de geldstromen inzichtelijker en eenvoudiger moet maken. Het fonds zal ook meer rekening houden met de lange-termijn behoeften van de onderzoekers. Tot nu toe moesten budgetten vaak per jaar aangevraagd worden, waarbij de vordering van lange projecten soms in het gedrang kwam.

 

Meer geld voor jonge onderzoekers
Twee programma’s die excellente jonge onderzoekers ondersteunen gaan er in 2011 op vooruit. Het speciale PhD Support Program, waarmeer PhD studenten drie jaar lang een vast bedrag krijgen, gaat van 40 naar 55 miljoen euro. Voor de eerste keer in jaren gaat ook het aantal toekenningen omhoog, van 1052 naar 1385 PhD studenten komen volgend jaar in aanmerking voor de ondersteuning.


Een ander speciaal budget dat Japanse onderzoekers in het buitenland twee jaar ondersteunt, gaat omhoog van 14 naar 17 miljoen euro.
Ook het aantal toekenningen gaat omhoog van 408 naar 486.

 

Green en life innovation
In juni 2010 verkondigde de overheid de New Growth Strategy die een einde te maken aan deflatie en de komende tien jaar moet leiden tot een jaarlijkse groei van twee procent. De New Growth Strategy beschrijft twee W&T thema’s: green innovation en life innovation. De eerste is gebaseerd op de doelstelling van de vorige premier Hatoyama om in 2020 de uitstoot broeikasgassen met 25% te verminderen ten opzichte van 1990. Het tweede thema komt voort uit de sterke vergrijzing van de Japanse samenleving. Het budget van 2011 bevat een aantal speciale programma’s.

 

  • Het Regenerative Medicine Realization Project krijgt in 2011 dertig miljoen euro, zestig procent meer dan het jaar ervoor. Binnen dit project zal een nieuwe “Highway to Realize Regenerative Medicine”opgezet worden en zal onderzoek naar iPS cellen en klinisch onderzoek verder ondersteund blijven.
  • Het Brain Research Strategy Program zal in het nieuwe jaar ook ongeveer dertig miljoen euro krijgen, de helft meer dan in 2010. Dit programma is gericht op de ontwikkeling van methodes om psychiatrische afwijkingen snel te detecteren en efficient te behandelen. Daarnaast zal het programma de onderzoek ondersteunen voor een Brain-Machine-Interface (BMI), die informatie van het brein meet en functies kan ondersteunen.
  • In 2011 wordt een nieuw Next Generation Cancer Research Project opgezet met een budget van dertig miljoen euro. Fundamenteel onderzoek op dit gebied is in Japan beter ontwikkeld dan translationeel onderzoek. Het project zal onderzoeksresultaten versneld omzetten in klinisch onderzoek.
  • Het Low Carbon Society Program krijgt volgend jaar 36 miljoen euro, dat is 68% meer dan 2010. Het programma is gericht op de ontwikkeling van nieuwe technologieën om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.

 

Grote projecten worden voortgezet
De overheid gaat verder met grote programma’s op gebied van ruimtevaart en zeldzame aarden. Budgetten voor speciale projecten gaan sterk omhoog. Ruimtevaart is van oudsher een zwaar programma.

 

  • Het ruimtevaartbudget van 2010 wordt gehandhaafd, zelfs iets uitgebreid, en ligt op ongeveer anderhalf miljard euro.
  • Het budget voor het GCOM Project gaat van twintig naar honderd miljoen euro. Dit geld is bedoeld voor de ontwikkeling en lancering van de GCOM satelliet, voor aardobservatie van milieu en de watercyclus.
  • Het Hayabusa Number 2 Project krijgt 25 miljoen euro, een grote toename van de twee ton euro die het projekt in 2010 kreeg. Hayabusa Number 1 bracht in 2010 voor het eerst stofdeeltjes van een planetoïde naar de aarde. Deze kunnen inzicht geven over het ontstaan van het universum. Hayabusa Number 2 moet in 2014 het heelal in.
  • Het testproject voor de exploratie van maritieme grondstoffen ziet het budget verdubbelen van twaalf naar 25 miljoen euro. Het project moet leiden tot een onbemand systeem om in de Japanse zeegebieden zeldzame aarden te vinden, en Japan onafhankelijker maken van buitenlandse bronnen.

 

 

(Opmerking: in een gedeelte van bovenstaande budgetten zijn aanvullende budgetten van 2010 verrekend; de auteur volgt hier het document van het Ministry of Finance).

 

 

Bron
 – Ministry of Finance

 

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInShare on Google+Email this to someonePrint this pagePin on Pinterest
This entry was posted in Innovation in general. Bookmark the permalink.